De wens is uitgekomen
In 1980 werkte ik in Lelystad op een ISK, een Internationale Schakelklas. Als leraar Nederlands gaf ik vakken als koken, wiskunde en techniek aan kinderen van allerlei nationaliteiten, met het doel om ze in te wijden in onze taal, zodat ze konden doorstromen naar het reguliere onderwijs. In mijn klas landde een groepje Vietnamese jongens die zonder familie waren gevlucht om aan de burgeroorlog in hun land te ontkomen. Heel leergierig waren ze, en slim. Na een maand stelden ze mij al veel te moeilijke wiskundevragen, in het Nederlands.
Dit voorjaar kregen Monique en ik de vraag om een prachtig prentenboek te vertalen: Whishes, van de Vietnamese schrijver Mượn Thi Văn (geboren in 1980) en illustrator Victo Ngai. Het boek vertelt het verhaal van hun vlucht, van het achterlaten van geliefden, van een gevaarlijke reis over zee. In weinig woorden wordt voelbaar gemaakt wat het betekent om een bootvluchteling te zijn. We voelden ons vereerd dat we dit belangrijke boek vanuit het Engels mochten vertalen. Zeker in deze tijd waarin vluchtelingen met kou en kilte worden ontvangen in ons land.
Wat waren we blij en verrast toen Wünsche vorige week werd bekroond met de Deutsche Jugendliteraturpreis. Dit indringende prentenboek over een familie die moet vluchten ligt vanaf vandaag ook in het Nederlands in de winkel: De wens




















Laatst gaf ik een poëzielezing op een pabo. Doel was om allerlei lesideeën te geven om met poëzie aan de slag gaan in de praktijk. Dat was ook wel nodig, want de eerstejaars studenten lazen nauwelijks, begreep ik, en zeker geen poëzie.
Een tijd geleden moest ik in de bibliotheek van Urk optreden. Ik liep over de jeugdafdeling naar het zaaltje. Tussen de boekenkasten zaten opvallend veel kinderen te lezen. Tientallen. Op de grond, op krukjes, aan tafels. En allemaal in opperste concentratie.
Onze dochter Imme was zeven jaar. Oud genoeg om met een rugzak door Syrië te trekken, dachten Monique en ik. Als voorbereiding voor een historische roman wilde ik opgravingen en musea bekijken en voelen hoe het is om in een woestijn rond te lopen. En naar Palmyra natuurlijk – hoe sprookjesachtig kan de naam van een stad klinken? We kozen een periode buiten het vakantieseizoen, en een hotel in Damascus waar in die periode ongetwijfeld plaats voor ons zou zijn. Ver na middernacht kwamen we aan, en vervolgens reed de taxichauffeur

