Vandaag heb ik de definitieve versie van mijn nieuwe boek ingeleverd bij Querido. Ongeveer eind mei verschijnt het onder de titel Bliksemkind. Het manuscript vloog digitaal de deur uit als bijlage bij een mailtje aan mijn geweldige redacteur Dik Zweekhorst. Beetje steriel en onpersoonlijk eigenlijk wel. Geen postzegel, envelop en loopje naar de brievenbus, maar een licht klikje met m’n muis op Verstuur en wéggg… In het document valt geen kras of verbetering te bekennen. Dat was wel anders toen ik met schrijven begon.
Tot en met Het gouden oog, schreef ik mijn boeken op een Remtor de Luxe typemachine. Lekker bonken op de toetsen, en bij de “return” aan het eind van elke regel, bij het terughalen van de wagen, een licht belletje. Als ik te snel ging klonterden de hamertjes aan elkaar vast en dan werkte ik verder met vingers vol inkt. In plaats van een correctielint gebruikte ik flesjes Typex en kleine velletjes met een soort krijt om letters te wissen – je legde het krijtpapiertje op de letter en sloeg de letter of het woord dan nog een keer aan – dan stond het wit leesbaar in het papier gedrukt, maar het was zielloos geworden zonder inkt.
In plaats van een heel vel over te tikken, plakte ik de tekst die ik wilde vervangen vaak met stickers af, of ik lijmde halve pagina’s aan elkaar. Manuscripten uit die tijd zagen er een stuk ambachtelijker uit en waren vooral ook veel dikker dan die van nu. Maar het resultaat was hetzelfde: een boek. Bliksemkind is onderweg naar vormgever en illustrator. Nog een half jaartje geduld.
Als voorbeeld een paar manuscript-pagina’s van mijn boek Kom terug.