Het mooiste werk van Harrie Geelen
Het is vrij eenvoudig om het mooiste werk van Harrie te kiezen: ál zijn werk! Vurige kleuren, grote streken – innige rust en vrolijk leven ineen. Maar het allermooist vind ik de tekening die achterop het prentenboek staat dat we samen maakten, Stilte a.u.b. ik denk aan de kip.
Dertien jaar had ik op dat boek gewacht, of beter gezegd: ermee geworsteld. Rond 1981 schreef ik de tekst voor het eerst, het heette toen nog Mannetje op de regenboog. Een vriendin schilderde Mannetje. Rolf de Bruin maakte vijf illustraties bij het verhaal, ze werden opgenomen in de Annual ’87 – de illustratorengids van de Kinderboekenbeurs in Bologna. Maar ik was niet tevreden over mijn tekst, het was te zoetig allemaal, er ontbrak iets.
Vanaf 1981 schreef ik zo ongeveer elk jaar een nieuwe versie – maar Mannetje knapte er niet echt van op. Tot 1993. De Werkgroep Kinderboekenschrijvers van de VvL organiseerde een symposium in Baarn. Op zaterdagavond stond ik naast Harrie aan de bar en ineens vertelde ik dat ik een tekst voor een prentenboek had en of hij misschien… Ik vroeg het zonder enige verwachting – Harrie werkte eigenlijk alleen met Imme –, maar hij keek mij toen indringend aan en zei: ‘Maar natuurlijk, voor jou altijd.’
Ik had het gevoel dat ik droomde.
De week erna nam ik het boek weer ter hand. Harries werk speelde door mijn hoofd, zijn kleuren, zijn schilderstreek – ik kreeg er nieuwe beelden door en gooide het hele verhaal om. Koortsachtig werkte ik van vroeg tot laat, ik kon aan niets anders meer denken. En binnen een week was het boek af.
Een jaar later haalde ik de illustraties bij Harrie op, geschilderd op ongeveer vier keer het boekformaat. Ik zou het werk met de auto naar Uitgeverij Van Goor brengen in Amsterdam. Thuis bladerde ik de map nog even door. De tekstblokjes zaten met paperclips aan de bijbehorende illustraties vast, maar ik ontdekte dat de tweede en derde tekst van plaats verwisseld waren. ‘Vond je dat beter?’ vroeg ik aan Harrie door de telefoon. ‘O nee,’ antwoordde hij, ‘ik heb de hele boel een keer uit mijn handen laten vallen, alles lag los op de grond, waarschijnlijk is er toen iets fout gegaan.’
Ik heb de toeval-volgorde gelaten zoals die was.
Stilte a.u.b. ik denk aan de kip kwam in 1995 uit en werd ook in het Duits vertaald door Middelhauve – ik ben er nog steeds ongelooflijk blij mee. Toen ik in 2000 het bestuur van IBBY-Nederland verliet na vier jaar voorzitterschap, kreeg ik de tekening cadeau die achterop het boek staat, ingelijst op aanwijzingen van Harrie. Het hangt sindsdien boven de bank – ik kan er eindeloos naar kijken.
Hans Hagen
Literatuur zonder Leeftijd, augustus 2013

