Er dreigen opnieuw bibliotheken te verdwijnen. Volgens sommigen is dat geen probleem, omdat er ter vervanging bibliotheken op scholen worden ingericht. Zo’n dBos (Bibliotheek op school) is makkelijk bereikbaar voor kinderen, maar heeft als nadeel onder andere dat hij tijdens schoolvakanties gesloten is. Daarnaast is het de vraag of kinderen in zo’n dBos aan hun trekken komen wat boekkeuze betreft. In 210 van dergelijke schoolbibliotheken is dat laatste onderzocht.
Conclusies:
• een groot deel van de dBos heeft een veel te kleine collectie in huis;
• er is geen dBos te vinden die voldoet aan de gestelde normen wat betreft variatie in de collectie: vooral prentenboeken, vrijleesboeken en dichtbundels ontbreken – zie onderstaande grafiek.
Bij de norm zelf kun je ook de nodige vraagtekens zetten, bijvoorbeeld bij het aantal poëziebundels. Een goede dBos zou per 100 bovenbouwboeken één dichtbundel in huis moeten hebben. Eén? Ja, één! En per 100 onderbouwboeken 2,5 dichtbundel. Da’s dus 3,5 dichtbundel per 200 boeken… Maar wat blijkt? 66% van het aantal bibliotheken op school haalt zelfs die drie-en-een-halve dichtbundel niet.
Gezien de toenemende laaggeletterdheid zou je bibliotheken zeker niet moeten sluiten. Een bibliotheek op school kan een toevoeging zijn, geen vervanging, maar dan moet de collectie wel een volwaardig menu bieden. Poëzie hoort thuis op de Schijf van Vijf, schreef dichter Anke Herder. Voor een volledig menu moet de dBos-poëzienorm hoognodig aangepast worden, want wat je niet proeft, leer je niet eten.
Naar optimale jeugdcollecties in bibliotheken en op scholen
Onderzoek in opdracht van Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek
Uitgevoerd door Probiblio en Pleiade Management & Consultancy