30 mei 2016
Je schrijft een gedicht en daarna laat je het los. Het gaat de wereld in en komt van alles tegen. Glimlachjes, ontroering, blijdschap, afwijzing, overweging… Af en toe zegt iemand wat zij/hij van het gedicht vindt, maar je staat er nooit naast om te zien wat een tekst precies teweeg brengt.
Liefste, uit onze bundel Jij bent de liefste, is een gedicht dat veel reacties oproept. Het gedicht is in etappes geschreven: ik deed twee lange dagen over de eerste drie regels, Monique schoten de laatste drie regels in een halve seconde te binnen, en toen was het af. Niets meer aan gedaan.
We komen het gedicht op de meest uiteenlopende plaatsen tegen: op geboorte-, huwelijks- en overlijdenskaarten. Er worden geliefden mee veroverd op Valentijsdag. Mensen die een nieuwe baan krijgen, worden ermee uitgezwaaid. Op internet wordt Liefste veelvuldig (en illegaal) overgenomen. Hele schoolklassen zingen spontaan mee met het liedje dat Floor Minnaert ervan heeft gemaakt. Het gedicht staat op verschillende grafstenen gebeiteld…
Het is bijzonder om te zien dat het gedicht Liefste veel mensen aanspreekt, en dat het bij zoveel totaal verschillende gelegenheden opduikt – met reacties ben je niet bezig als je iets schrijft.
Vorige week zag ik het gedicht in de krant staan, in een rouwadvertentie. Dat is al vaker gebeurd, maar het geeft elke keer een speciaal gevoel, het brengt alles even tot stilstand. Wat zou onze tekst voor de overledene betekend hebben, wat voor mens was het? De keuze van het gedicht brengt je ineens dichtbij iemand die je niet hebt gekend. En je hoopt dat het een mooi leven was.